Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
van Hem is mijn heil.
Hij is mijn rots, mijn burcht, ik zal niet wank’len
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
ik verwacht het van Hem,
mijn schuilplaats is in mijn God.
Ik heb U lief, mijn redder
en ik vertrouw op U,
mijn handen hef ik naar het heiligdom.
Zo prijs ik U, mijn leven lang.
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
van Hem is mijn heil.
Hij is mijn rots, mijn burcht, ik zal niet wank’len.
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
op Hem rust mijn heil,
mijn schuilplaats is in mijn Heer.