Loof, aarde, loof Gods wonderdaan;
Gij, walvis, grondlooz' oceaan;
Gij, sneeuw en hagel, damp en gloed;
Gij, stormwind, die Zijn last voldoet;
Gij, bergen, heuvels, landen, stromen;
Gij, dierbre vrucht- en cederbomen ;
Looft, looft des Scheppers oppermacht,
Die u uit niets heeft voortgebracht.