Ik vloei daar heen, als water in het zand.
Mijn vlees en been verloor zijn vast verband,
mijn hart werd was, dat in mijn ingewand
geen vorm bewaarde.
Hebt Gij, o God, mij uit het stof der aarde
eenmaal verhoogd, dat ik in 't stof zou sterven?
Mijn tong en keel zijn als gebroken scherven,
mijn kracht verdroogt.