Komt nu met zang en roert de snaren,
gij volk, dat leeft van 's Heren recht.
Hijzelf heeft zijn getrouwe scharen
een lofzang in de mond gelegd.
Word' als nooit tevoren door wie Hem behoren
't feestlied ingezet!
Meldt de blijde mare bij de klank der snaren,
steekt de loftrompet.