O Heer, 't behage U mij bij te staan.
Gij die altijd mijn helper waart,
drijf mijn belagers achterwaarts
en doe hen met beschaamde kaken staan.
Laat nu die mij belachten,
bedreigden en verachtten,
en loerden op mijn eind,
voor U verschrikken, God,
bespott'lijk in hun spot
en stom van schaamte zijn.