Waarom hebt Gij ons dan verstoten,
tot onze ondergang besloten,
waarom ons naakt te kijk gesteld?
Gij toogt niet met ons in het veld,
maar hebt, o Heer, in 't aangezicht
van onze vijand ons verlaten.
Ons hebt Gij onheil aangericht
en heil gegund aan wie ons haten.