Hij klieft het hoofd van wie Hem haat,
de vijand die Hem wederstaat;
God heeft het woord gesproken;
Ik doe u keren naar uw huis,
Ik haal u door het water thuis,
dan zult gij zijn gewroken!
Uw feeststoet zal men zien, o Heer,
mijn Koning, in uw wederkeer,
uw tempel en uw tuinen.
Muziek zal U ter zijde gaan,
ik hoor de tamboerijnen slaan,
weerklinken de bazuinen.