(8914) Psalm 89:14
En toch, en toch hebt Gij verstoten en versmaad
En toch, en toch hebt Gij verstoten en versmaad
den koning die Gij zelf gezalfd hebt naar uw raad,
toch toornt Gij op uw knecht, hij is van U verstoken,
zijn kroon ligt in het stof, zijn sterkte is gebroken
Geen wal, geen toren weert de plunderende bende.
Het nabuurvolk bespot zijn bittere ellende.