Ja, zij zijn om u als een wacht,
zij dragen u op handen;
lichtvoetig, in des Heren kracht,
zo gaat gij door de landen.
Uw voet bezeert zich aan geen steen,
de leeuw ontwijkt uw schreden,
de slang krimpt voor uw voet ineen,
gij zult de draak vertreden.