Vorige pagina

O Heer, hoe groot moet dan uw wijsheid zijn,
Gij hebt het al gemaakt, van groot tot klein.
Vol is de aarde van uw wonderwerken.
Daar is de zee, hoe wijd stelt Gij haar perken.
Hoe wemelt zij van dieren zonder tal.
De schepen varen aan van overal.
En in de schoot der zee leggen uw handen
de leviathan spelende aan banden.

O Lord, how great your wisdom must be, You have created all things, from big to small. The earth is full of your miracles. There is the sea, how wide you set its borders. How is she swarming with numerous animals. There the ships go to and fro, and Leviathan, which you formed to frolic there.