(89) Vijf broden en twee vissen
[1]
Vijfduizend mensen waren
aan 't luist'ren naar de Heer.
Maar op de derde avond
was er geen eten meer.
[2]
Er was nog wel een jongen
die iets te eten had;
Hij gaf het aan de Here,
het was zijn hele schat.
[3]
Vijf broden en twee vissen,
het was niet eens zo veel.
Maar toen de Heer ze zegende
kreeg iedereen zijn deel.
[4]
Ja, Jezus deed een wonder,
want Hij heeft alle macht.
Maar denk eens aan die jongen
die het bij Jezus bracht.
[5]
Vijf broden en twee vissen,
het was niet eens zo veel.
Maar toen de Heer ze zegende,
kreeg iedereen zijn deel.
[6]
Vijf broden en twee vissen,
het was zijn hele schat.
Zou jij ze kunnen missen
als jij niets anders had.