[1]
Er komt een grote bruiloft,
we kijken ernaar uit.
De bruidegom, hij is
al op weg naar de bruid.
Zijn huis is vol met lichtjes,
de gevel mooi versierd,
want strakjes wordt de
bruiloft er helemaal gevierd.
[chorus]
Het duurt niet meer zo lang
of Jezus komt eraan!
Sta jij al klaar, sta jij al klaar
om met Hem naar het feest te gaan.
[2]
Al wordt het buiten donker,
we blijven in de straat.
De stoet zal zo wel komen,
hij komt niet te laat.
We houden onze lichtjes,
zo hoog als 't maar kan.
We zingen blij, de hele straat
wordt er vrolijk van!
[3]
Gauw, inspecteer je lichtje
pas op, gaat het niet uit.
Alleen bij wie het aan is,
die hoort bij de bruid.
Daar hoor ik feestgetoeter
en iemand roept er luid:
Zij leven in de gloria
bruidegom en bruid!