[1]
God had beloofd aan jou en mij;
Hij zou een redder geven.
Toen Jezus kwam in Bethlehem,
hield God zich aan zijn Woord.
[2]
God gaf zijn Zoon aan jou en mij;
Hij werd voor ons geboren.
Een mens was Hij als ik en jij;
God hield zich aan zijn Woord.
[3]
Aan 't kruis stierf Hij om jou en mij
te redden van de zonden.
En door zijn dood op Golgotha
hield God zich aan zijn Woord.
[4]
Het graf is leeg voor jou en mij:
de Heiland is verrezen!
Want toen de steen van 't graf verdween,
hield God zich aan zijn Woord.
[5]
Vandaag leeft Hij in jou en mij;
Hij leeft in onze harten.
Als Jezus daar de Koning is,
houdt God zich aan zijn Woord.
[6]