(271) Waarom?
[1]
Waarom bleef U zo stil,
toen ze U vroegen:
'Bent U de Koning der Joden?'
Waarom bleef U zo stil,
toen ze U sloegen
en aan het kruis wilden doden?
Dacht U aan ons
en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons misschien?
[2]
Waarom vocht U niet terug
toen ze U vonden
en als een dief wilden vangen?
Waarom vocht U niet terug
toen ze U bonden
en aan een hout wilden hangen?
Dacht U aan ons
en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons misschien?
[3]
Waarom zei U geen woord
toen ze zo spuugden
en U bespotten en lachten?
Waarom zei U geen woord
toen ze U duwden
en U naar Golgotha brachten?
Dacht U aan ons,
en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons misschien?