(237) Wij komen tot het water saam
1. Wij komen tot het water saam,
Gij roept ons, Gij noemt onze naam
en legt Uw handen op ons hoofd –
uw naam, o God, zij hooggeloofd!

2. Hier is het kind dat Gij ons gaf,
het nadert nu het watergraf
waarin het hulpeloos verdrinkt,
tenzij Gij reddend het omringt.

3. Geef aan dit kind dat U behoort
Uw naam, Uw veelbelovend woord,
en zeg: Vrees niet, Ik ben erbij,
wees maar niet bang, jij bent van Mij!

4. Heer, neem dit kind uit onze hand,
draag het naar het beloofde land,
draag het, o herder, in uw schoot,
dwars door het water van de dood

5. Uw naam zij glorie toegebracht,
die naam draagt nu een nieuw geslacht –
Heer, Gij zijt goed voor ons geweest,
lof zij U, Vader, Zoon en Geest!