(64) Drink vrolijk, proef de zoete wijn
1. Drink vrolijk, proef de zoete wijn,
de vrucht van Gods verbond -
de beker gaat langs groot en klein,
het heil van mond tot mond.

2. Maar dan: o God, de wijn is op!
Er klinkt geen loflied meer,
de leegte slokt het leven op,
de liefde lokt niet meer.

3. Is dit nu het beloofde land,
het hooggeprezen feest -
of is er, Heer, aan onze kant
tekort aan trouw geweest?

4. Een stem: 'Maak al wat leeg is vol,
vervul Gods goede wet!'
Zie hoe de Wijnstok liefdevol
de ware vreugde redt!

5. Zeg niet: Er zal geen feest meer zijn,
leeg is mijn kruik, mijn kan -
Hij maakt op tijd van water wijn,
van Kana KanaƤn!