A. O Vader, behoed
ons leven en goed;
help allen in nood
en zegen ook heden
ons dagelijks brood.
B. O Heer die altijd aan ons denkt
en ieder kent bij name,
wil zeeg'nen wat uw goedheid schenkt
om ons te sterken. Amen.
C. Kom nu tot ons, o lieve Heer,
zie in genade op ons neer
en zegen onze spijs en drank.
Wij zeggen U, o Heer, daarvoor dank.
D. Heb dank voor al wat ik ontvang
van U, Heer, dag aan dag.
Geef dat ik heel mijn leven
lang uw liefde prijzen mag.
E. 1. Voor alle goede gaven, Heer,
zij U de dank en eer.
2. Wij danken U voor daag'lijks brood,
kracht en gezondheid, Heer.
3. Halleluja, halleluja, halleluja. Amen.
F. Hij die de mussen geeft te eten,
heeft ook ons mensen met vergeten.
Hij is het ware levensbrood
en maakt ons vrij uit alle nood.