(132) Dit blijft mijn huis
Vergeet u alstublieft niet, Heer,
wat David voor u heeft doorstaan,
wat hij de Heer gezworen heeft,
hoe hij voor Jakobs God ging staan:

“Nee, ik zal niet naar binnen gaan
en ik wil niet naar bed toe gaan,
mijn ogen dichtdoen, slapen gaan,
voor Jakobs God een woning heeft.”

Wij hebben Davids eed gehoord
in Jaär en in Bethlehem.
Wij kunnen naar Gods woning gaan.
Ga mee en kniel daar neer voor hem.

Kom eindelijk eens naar ons toe.
Laat deze plek uw woning zijn,
dan laten al uw mensen zien
hoe graag ze in uw buurt zijn, Heer.

Kijk alstublieft naar David om,
verlaat zijn kinderen toch niet.
Wat God belooft, dat blijft beloofd,
de Heer deed David deze eed:

“Ik gun de macht die ik jou gaf
alleen aan kinderen van jou.
Zolang zij leven met mijn wet,
blijf ik aan mijn belofte trouw.”

De Heer wees Sion aan als plek
waar hij op aarde wonen zou.
“Hier wil ik zijn, dit wordt mijn huis.
Dit is de plaats waarvan ik houd.

Hier zal genoeg te eten zijn.
Geen arme die hier honger lijdt.
Hier dien je mij met veel plezier.
Het leven is een heerlijkheid.

Waar David is, daar klinkt muziek.
Hem til ik boven alles uit.
Zijn vijanden staan in hun hemd,
maar David, mijn vriend David straalt