(8) De handtekening van de Heer
O HEER, onze Heer,
uw handtekening
staat prachtig onder heel de wereld.

U laat uw glorie hemelhoog bezingen
door kleine kinderen en zuigelingen.
U bent te sterk voor tegenstanders,
uw vijand zwijgt, hij kan niet anders.
Als ik de hemel zie, dat wonder van uw hand
– u bracht de maan en elke ster tot stand –
wat is een kind dan, dat u aan hem denkt;
wat is een mens, dat u hem aandacht schenkt?

O HEER, onze Heer,
uw handtekening
staat prachtig onder heel de wereld.

U hebt de mens een ereplaats gegeven.
Bijna aan God gelijk, zo mag hij leven.
Mensen zijn, Heer, uw afgezanten.
U legt uw werk in mensenhanden:
de schapen op de dijk, de koeien in de wei,
alles wat leeft in de natuur erbij:
luchten vol vogels, en zeeën vol vis,
al wat zijn weg door oceanen kiest.

O HEER, onze Heer,
uw handtekening
staat prachtig onder heel de wereld.