(161) Komt, laat ons vrolijk zingen
1. Komt, laat ons vrolijk zingen
tot God die alles schiep.
Die bloemen, vissen, vogels
uit niets tot leven riep;
met nevels als een sluier
de groene aarde tooit,
zijn dauw als vreugdeparels
over de velden strooit.

2. Die heuvels schiep en dalen,
waar Hij de aard' betrad,
die zon en maan en sterren
tot licht gaf op ons pad.
Looft Hem dan die de mensen
tot vreugd' geschapen heeft,
en die ons onze schulden
om Jezus' wil vergeeft.

3. O, God die ons in Christus
een machtig Vader zijt,
verlos ons van het kwade
nu en in eeuwigheid.
Leer ons als kind'ren
leven en spelen in uw hof,
en met de eng'len zingen
uw glorie en uw lof.