(30) U hebt mij bevrijd
Ik zing, HEER, voor u:
u hebt mij gered.
Mijn vijanden, HEER,
u hebt ze gemuilkorfd, het lachen verging ze.
Ik riep u om hulp,
u hebt mij bevrijd,
ik werd weer gezond.
Ik dreigde te zinken.
U trok me naar boven. (2x)

Zing voor de Levende,
jullie gelukkigen,
mensen die hij heeft bevrijd,
zing voor de eeuwige God.
Even maar voel je zijn woede,
eeuwig omringt je zijn liefde, zijn trouw.

Al ga je gebroken de nacht in,
je zingt in de morgen een lied voor de HEER!

Ik dacht bij mezelf
– naïef als ik was -:
”Wees vrolijk! Geniet!
Wat kan je gebeuren? Je hebt niets te vrezen.”
U was steeds dichtbij,
u zette me neer,
zo vast als een berg.
Maar nu u zich doof houdt,
ben ik mijn houvast kwijt. (2x)

Ik roep u, mijn God,
ik smeek u om hulp.
Wat hebt u eraan,
wanneer u me loslaat, mijn leven laat vallen,
een prooi voor de dood?
Wie kan in zijn graf
nog zingen voor u?
HEER, hoor me toch roepen!
God, spaar mij en help mij! (2x)

U hebt mij bevrijd
van angst en verdriet,
me vrolijk gemaakt.
U hebt mijn cynisme in geestdrift veranderd.
Ik dans weer voor u.
Ik zing weer voor u.
Mijn redder, mijn God,
ik kan niet meer zwijgen,
ik blijf voor u zingen! (2x)

Zing voor de Levende,
jullie gelukkigen,
mensen die hij heeft bevrijd,
zing voor de eeuwige God!
Even maar voel je zijn woede,
eeuwig omringt je zijn liefde, zijn trouw.

Al ga je gebroken de nacht in,
je zingt in de morgen een lied voor de HEER!