Red mij van mijn vijanden, mijn God.
Wilt u mij beschermen? Houd ze ver bij mij vandaan.
Geef me ruimte. Help mij op te staan.
Houd me uit hun handen, want zij willen bloed zien.
Ziet u niets? Ze liggen op de loer.
Ik weet dat ik niets misdaan heb. Ik doe wat u wilt.
HEER, heb ik soms iets verkeerds gedaan?
Houd me uit hun handen nu ze mij bedreigen.
Help me. Doe uw ogen open, HEER,
generaal van hemellegers, God van Israël,
word toch wakker, straf ze allemaal.
Geen genade voor die schurken. Straf hun misdaad af.
Elke avond komen ze terug.
Ze zwerven door de stad als valse honden.
Ze kwijlen en ze grommen.
Hoor hun harde woorden, valse praat.
Wie kan hen wat maken? Hoor hun leugens en hun haat.
Heer, u hoort hen en u lacht hen uit.
Wie u niet wil kennen zal niet lang meer lachen.
U geeft houvast. U geeft mij de kracht
want u bent God. Bij u voel ik me veilig.
Mijn goede God komt helpen.
Leg mijn vijand voor mijn voeten neer.
Dood ze niet maar maak ze tot een voorbeeld voor het volk.
Jaag ze op en sla ze daarna neer.
Heer, laat zo uw macht zien. Blijft u ons beschermen.
Alles wat ze zeggen is verkeerd.
Laat ze stikken in hun laster, leugens en gevloek.
Sla ze. Laat geen spaander van ze heel.
Laat zo iedereen beseffen: God de HEER regeert.
Elke avond komen ze terug.
Ze zwerven door de stad als valse honden.
Ze kwijlen en ze grommen.
Laat ze ’s avonds dwalen over straat,
jankend en alleen en zonder eten in hun maag.
Ik zal ’s morgens zingen van uw naam.
Door uw trouw en liefde kan ik voor u zingen.
Ik was bang. Ik kon geen kant meer op.
U heeft mij beschermd. U bent de muren om mij heen.
Daarom zing ik deze psalm voor u:
God, u geeft mij leven door uw trouw en liefde.