Maar bij God kom ik tot rust.
Toch is het waar: God brengt geluk.
Hij is een rots en een kasteel
gelegen op een hoge berg.
Ik vlucht naar hem.
Als ik bij hem schuil, kan er niets gebeuren.
Hoe lang nog stormen jullie op mij af?
Ik woon in een kasteel, maar jullie in een krot.
Nog even en dan stort het in.
Zij maken plannen, hebben maar één doel:
ze willen dat ik val en dromen van mijn dood.
Ze liegen steeds.
Ze wensen mij Gods zegen toe.
Ze leven om te liegen.
Maar laat ik stil zijn, ik zwijg
en wacht op God: hij brengt geluk.
Hij is een rots en een kasteel
gelegen op een hoge berg.
Ik vlucht naar hem.
Als ik bij hem schuil, zal mij niets gebeuren.
God helpt mij. Hij beschermt mijn goede naam.
Wanneer ik vluchten moet, dan vlucht ik naar mijn God.
Ik bouw op hem, want hij is sterk.
Dus, mensen, luister goed naar wat ik zeg:
Vertrouw altijd op God, al is er veel gebeurd.
Vertel het hem,
vertel het allemaal aan hem.
Bij God is alles veilig.
Bovendien – wat zijn wij waard?
We leven kort. Dan gaan we dood.
Het maakt niet uit hoe rijk we zijn
en onze tijd is zo voorbij.
Als God ons weegt,
dan wegen wij niet veel meer dan adem.
Vertrouw dus niet op macht en op geweld.
Word niet hoogmoedig als je steeds maar rijker wordt.
Verkoop jezelf niet aan je geld.
God heeft mij ooit verteld hoe sterk hij is.
Ik heb het meer dan eens gehoord: De Heer is sterk
en hij regeert.
Maar er is meer, ja, er is meer.
U bent een God van liefde.
U bent het, Heer, die iedereen
betaalt wat hij verdiend heeft.