(82) Oordeel zelf
God roept ze ter verantwoording,
de zogenaamde goden.
Hij neemt met recht het woord. Hij zegt:
”Met onrecht tergen jullie mij,
wie schuld heeft spreken jullie vrij.
Verkoop niet langer leugens.
Doe recht aan wie geen helper heeft,
de rechteloze en de wees,
bevrijd de zwakken uit de greep
van wie niet willen deugen.”

Maar iets begrijpen doen ze niet,
de zogenaamde goden.
Ze hebben geen benul van recht,
geen flauw idee van goed of slecht.
De aarde gaat eraan kapot.
Ooit hield ik ze voor goden,
voor zonen van de hoogste God,
nu weet ik dat zij – net als wij –
berusten moeten in hun lot:
hun rijk is bij de doden.

Sta op, o God, en oordeel zelf.
De aarde roept om recht, dus oordeel nu:
alle volken zijn van u.