(108) De hemel is te klein voor u
Nu weet ik dat ik veilig ben, mijn God.
Ik maak muziek op alle instrumenten
die ik maar vinden kan en zing mijn lied
het liefst de hele dag.

Ik wil, u, HEER, bedanken in dit lied,
en alle mensen wil ik laten horen
hoe groot uw liefde is, hoe groot en trouw
uw liefde is, mijn HEER.

De hemel is te klein voor u, mijn God,
de aarde moet uw grootheid wel erkennen.
Wanneer ik vastzit, dan trekt u mij los.
U hoort me als ik roep.

In een volmaaktheid die geen mens begrijpt,
heeft God gesproken.
Het dal van Sukkot meet ik juichend uit,
Sichem verdeel ik.

Ik houd Manasse, maar ook Gilead
in beide handen.
Het land van Efraïm noem ik mijn helm,
Juda mijn scepter.

Mijn bad is Moab en mijn voetenbank
mag Edom wezen.
Heel Filistea davert van mijn stem.
Breng mij naar Edom.

Zoiets gebeurt alleen als u ons helpt.
Wij hebben toch niet afgedaan voor u?
De vijand houdt uw mensen in zijn greep.
Bevrijd ons daarom, HEER.

Als mensen helpen, gaat het meestal mis.
Alleen als God besluit om jou te helpen,
gebeurt er wat gebeuren moet: hij haalt
de vijand onderuit.