Wie op de HEER vertrouwt,
staat als de berg van God.
Zo vast.
Zo sterk.
Rondom Jeruzalem
staan bergen als een muur.
Zo staat God om zijn volk.
Altijd.
Voorgoed.
Geweld heerst in de straat,
regeert met harde hand.
Maar niet
voorgoed.
Wie eerlijk is en trouw
die geeft het kwaad geen hand.
Dat weigert hij. Daar doet
hij niet
aan mee.
Doe goede dingen, HEER,
voor wie het goede doen.
Help hen.
Red hen.
Maar wie dat spoor verlaat,
de rechtsverkrachters, HEER,
verdrijf hen van hun plaats.
Jaag hen,
jaag hen maar weg.
Vrede voor Israƫl.
Vrede voor Gods volk.