Ooit draaide God de zaken om.
Wij dachten dat we droomden!
Jeruzalem was weer van ons:
wij lachten en we juichten en we zongen.
Volken erkenden toen verbluft:
‘Voor hen deed God een wonder.’
Een wonder heeft God voor ons gedaan!
Gelukkig waren wij, en stomverwonderd.
HEER, wilt u nog eens zoiets doen?
Geef droge beken water!
Laat wie vandaag in tranen zaait
het rijpe graan eens vrolijk zingend maaien.
Wie haast geen zaaigoed missen kan,
de moed haast heeft verloren,
komt op een dag lachend van het land,
de beide armen boordevol met koren.