1. Schenk mij bescherming God, ik schuil bij U.
U bent mijn meester, niets gaat U te boven.
De namaakgoden van het hier en nu
geven hun dienaars nooit wat ze beloven.
Mijn eerbetoon zullen zij niet meer krijgen.
Ik zal hun slechte naam voortaan verzwijgen.
2. U vult mijn beker, wat een overvloed.
U geeft mij levensruimte, wat een zegen.
Zelfs geeft U mij Uzelf, HEER, U bent goed!
U wijst mij dag en nacht de juiste wegen.
Ik stel mezelf voortdurend U voor ogen.
U staat mij bij, dus sta ik onbewogen.
3. Ik ben zo blij, ik weet mijzelf beschermd.
Wat zou mij ooit nog doodsangst kunnen geven?
HEER, omdat U zich over mij ontfermt
is niet het graf het einddoel van mijn leven:
U zult mij tot de volle glorie leiden.
Royaal mag ik genieten aan uw zijde.