1. De hemelkoepel spreidt
Gods macht en majesteit
ten toon van dag tot dag.
Ook door de stille nacht
weerklinkt Gods scheppingskracht:
een loflied vol ontzag.
God heeft de zon gemaakt
die ’s morgens vroeg ontwaakt
om zijn parcours te lopen.
Stralend is zijn gezicht.
Voor al zijn hitte ligt
de aarde kwetsbaar open.
2. De wet van onze HEER
zet aan tot ommekeer
en Hij misleidt ons niet.
Het is een zuiver licht
dat ons betrouwbaar zicht
en levensvreugde biedt.
Gods woord houdt eeuwig stand.
Puur goud of diamant
heeft lang niet zoveel waarde.
Honing smaakt minder zoet
en doet ons minder goed
dan Gods gebod op aarde.
3. HEER, door uw goede raad
vermijdt uw knecht het kwaad.
Gehoorzaamheid brengt loon.
Helaas, wie is oprecht?
Wie kent zijn fouten echt?
Maak mij hartgrondig schoon.
Leer mij bescheidenheid.
Dan word ik niet verleid
tot zaken die niet deugen.
Laat alles wat ik zeg
of zwijgend overleg,
mijn redder, U verheugen.