1. Engelen, erken de HEER;
geef Hem koninklijke eer.
Prijs zijn macht en majesteit;
kniel, aanbid zijn heerlijkheid.
Hoor, zijn stem klinkt in orkanen,
echoot over oceanen.
Heel de aarde ziet het wonder
van zijn bliksem en zijn donder.
2. Onze Heer heeft alle macht.
Hoor, Hij spreekt met grote kracht.
Bomen buigen neer voor Hem,
ceders schudden door zijn stem.
Ja, de dikste takken breken
als de HEER begint te spreken.
Hoge heuvels, bergen, bossen
springen op als jonge ossen.
3. Onze Heer spreekt in het vuur,
op de steppen, kaal en guur.
Door woestijnen galmt zijn woord;
het wordt overal gehoord.
Dieren van zijn macht doordrongen
werpen in hun nood hun jongen,
want zijn stem laat alles beven.
Hij is Heer van dood en leven.
4. In de tempel van de HEER
klinkt een lied van lof en eer,
Hij regeert met vaste hand
over zee en vasteland.
Hij, de koning van het leven,
zal zijn volk het goede geven.
In zijn kracht komt Hij ons tegen
met zijn vrede en zijn zegen.