1. Vanuit het diepe duister
vind ik geen uitweg, HEER.
Ik schreeuw om redding; luister,
geef aandacht, reageer.
U kent mijn hele leven,
mijn zondige gedrag.
Toch wilt U steeds vergeven.
Uw naam verdient ontzag!
2. Ik blijf de HEER verwachten,
mijn ziel ziet uit naar Hem.
Zijn woord vult mijn gedachten;
ik hunker naar zijn stem.
De HEER laat van zich horen,
blijf hopen, Israƫl!
Eens zal de morgen gloren
van redding en herstel.