Hij, die op Gods bescherming wacht,
krijgt van de hoogste Heer
een schuilplaats waar hij overnacht,
beschutting keer op keer.
Ik zeg tot God U bent mijn schild
mijn vesting in de nood.
Op U vertrouw ik Heer U bent
mijn toevlucht in de dood.
Ik steun op God mijn toeverlaat,
in angst en in mijn pijn.
Hij waakt waarheen mijn weg ook gaat
Hij zal mijn redding zijn
Ik zeg tot God U bent mijn schild
mijn vesting in de nood.
Op U vertrouw ik Heer U bent
mijn toevlucht in de dood.