God U bent mijn God
God, U bent mijn God.
Heel mijn lichaam, heel mijn ziel,
krijgen geen genoeg van U,
zoals droog en dorstig land smacht naar regen.

In Uw heiligdom
vol van majesteit en macht,
heb ik U gezien en zong,
want Uw liefde is mij meer dan het leven.

Daarom springt er een loflied in mij op als een fontein.
Daarom prijs ik U, mijn handen hoog geheven
en terwijl ik U aanbid, verzadigt U mijn ziel.
Met een loflied op mijn lippen zal ik leven.