1. Jezus, Jezus, Overwinnaar,
op de allerhoogste troon,
U voert mee tot in de hemel
vele scharen als uw loon.
U hebt aan het kruis gestreden,
ons verlost van satans ban,
bitt're pijn voor ons geleden;
Ere, ere zij het Lam!
2. Jezus, Jezus, Overwinnaar,
wie, ja wie is U gelijk?
Niemand, niemand hier op aarde,
zelfs niet in het hemelrijk!
Heerlijkheid straalt heel uw wezen,
vol van adel, majesteit;
alles moet U ere geven
in ootmoed'ge dankbaarheid.
3. Jezus, Jezus, Overwinnaar,
alles maakt uw Naam nu groot,
U bent uit het graf verrezen,
opgestaan uit nacht en dood.
Heerlijk treedt U uit het duister,
stralend, schoner dan de zon,
vol van majesteit en luister,
U, die 't graf met houden kon.
4. Zie, hoe werelden zich neigen
voor uw heerlijkheid en macht,
zie, hoe alle heem'len buigen,
zingen van uw grote kracht.
d'Aarde is met slechts geschapen
door U, Jezus, 's Vaders Zoon,
U verlost haar door uw offer,
brengt de Vader haar als loon.
5. Daarom zij U lofgezongen,
Jezus, Lam voor ons geslacht,
tot het diep is doorgedrongen,
daar, waar men uw kruis met acht!
Jezus, alle grendels springen,
als wij roemen, Heer, uw bloed;
werelden, zij moeten zingen,
hoe uw bloed dit wonder doet!