[1]
Zingt nu een nieuw lied
voor de Here,
want Hij heeft wonderen gedaan!
Zijn rechterhand, vol roem en ere,
zijn arm bracht Hem de zegen aan.
[2]
Prijst onze God, Hij openbaarde
zijn heil en zijn gerechtigheid
voor alle volkeren op aarde.
Hoe blonk zijn hoge majesteit!
[3]
God heeft gedacht
aan zijn genade,
aan Israël zijn trouw getoond.
De verste landen slaan het gade,
hoe Hij zijn volk met heil bekroont.
[4]
Kom met een lofzang voor de Here,
juich aarde, juich van louter vreugd!
Zing psalmen, onze God ter ere,
breek uit in jubel, wees verheugd!
[5]
Laat voor de Heer
uw psalmen horen,
brengt met de harp Hem lof en dank.
Laat klinken bij uw tempelkoren
trompetgeschal, bazuingeklank!
[6]
Juicht voor de koning, onze Here.
Komt zeeën, zingt uw machtig lied!
Zingt landen, volken wilt Hem eren,
prijst onze God wiens heil u ziet.
[7]
Laat al de stromen
vrolijk zingen,
de handen klappen voor de Heer,
de bergen uitgelaten springen,
en juichen onze God ter eer.
[8]
Want, zie, Hij komt de aarde richten;
verwacht Hem volken, weest bereid.
Hij komt een nieuwe wereld stichten
op recht en op gerechtigheid.